• Nieuws en actualiteiten

08-07-2020

Laat waterkwaliteit regelmatig onderzoeken

Naast brononderzoek is onderzoek van de waterkwaliteit bij de drinkbak zeker wenselijk. Hiermee wordt het verschil tussen de bron en de bak direct zichtbaar. Test daarbij de drinkbak die het verste van de bron af staat, zodat het gehele leidingwerk wordt meegenomen. Blijkt uit onderzoek dat de leidingen vervuild zijn, dan is het slim om deze goed door te spoelen. Dit kan door ze een half uur te spoelen met een 2 procent citroenzuur oplossing. Daarna even wachten en goed uitspoelen met veel water, totdat het zuur verdwenen is. Kijk voor een geschikt middel altijd naar de PT05-toelating.

Watermonsters kunnen bijvoorbeeld worden onderzocht via het laboratorium van Eurofins Agro. Zij testen drinkwater onder andere op: E. coli, kiemgetal, pH, hardheid en de concentraties mangaan, nitriet, ijzer, nitraat, chloride, ammonium, natrium en sulfaat. Afwijkende waardes kunnen tot flinke problemen leiden. Hieronder een beknopte uitleg over de verschillende te beoordelen waarden.

E. coli
Escherichia coli, kortweg E. coli, komt voornamelijk in de drinkbakken voor. Daarmee zijn ze dus niet traceerbaar bij een brononderzoek. Dit komt omdat deze bacteriën voornamelijk via mestspetters in drinkbakken terecht komen. Bakken die moeilijk schoon te maken zijn hebben meestal veel E. coli bacteriën. Dit komt omdat deze bacteriën, maar ook andere, veel in het bezinksel gaat zitten. Er mag maximaal 10 mg/L aan E.coli stammen in het water zitten om het als goed te bestempelen.

Kiemgetal
Het kiemgetal is vooral een indicatie voor de algehele hygiëne in de stal. Het kiemgetal geeft namelijk niet alleen de schadelijke bacteriën weer, maar alle micro-organismen. Zodra het kiemgetal hoger wordt, is ook de kans op schadelijke bacteriën hoger. Vandaar dat er wel een streefwaarde is vastgesteld van 10.000 kve/mL. Hoe lager het kiemgetal, hoe hygiënischer de stal. 

Ammonium
Bij een verhoogd kiemgetal, zal meestal ook een verhoogd ammonium-gehalte te zien zijn, met uitzondering van veengebieden. Water uit veengronden bevat namelijk van nature veel ammonium. Een verhoogd ammoniumgehalte kan leiden tot opname van schadelijke bacteriën. Buiten dit wordt ammonium afgebroken in de lever. Het kost de koe dus onnodig veel energie om het overtollig ammonium af te breken. Een ammonium-gehalte tot 2,0 mg/L wordt als goed bestempeld.

Nitriet
Een verhoogd nitrietgehalte is een stuk schadelijker. Dit kan namelijk leiden tot bloeddrukverlaging, nier-schade en een slechtere weerbaarheid. Een oorzaak van veel nitriet kan ook een slecht afgestelde ontijzeringsinstallatie zijn. Een gehalte tot 0,1 mg/L is goed, vanaf 1,0 mg/L is afwijkend.

Natrium
Ook een verhoogd natriumgehalte kan zorgen voor nier-schade, alsmede schade aan de hersenen. Natrium is verder het zoutgehalte van het water, wat een precieze streefwaarde lastig maakt. Hoogproductieve dieren hebben namelijk meer zout nodig dan droogstaande of jongvee. Ook milieufactoren als temperatuur zijn van invloed. Desondanks is de norm voor goed drinkwater gesteld op 800 mg/L, maar het feit dat het natriumgehalte pas afwijkend is vanaf 1500 mg/L laat al zien dat de behoefte verschillend is.

Mangaan
De gangbare hoeveelheden mangaan die in drinkwater voorkomt, is doorgaans geen probleem voor koeien. Het probleem bij mangaan zit eerder in de leidingen; denk hierbij aan biofilm in tyleenleidingen. Bij het ontstaan van een biofilm zetten mineralen zich af tegen de wand van de leidingen. Daartussen ontwikkelen zich bacteriën, gisten en schimmels en dat zorgt voor een verhoogd kiemgetal.

Hardheid, pH en ijzergehalte
Hardheid, pH en het ijzergehalte hebben voornamelijk invloed op de smaak van het water. En minder smakelijk water wordt minder goed gedronken. Hardheid wordt bepaald door de hoeveelheid calcium en magnesium. Met een ontharder is dit eruit te filteren. Nadeel is dat ook andere belangrijke mineralen uit het water worden gefilterd. Een ijzer-tekort in de koe kan zorgen voor diarree en een verminderde opname van andere elementen zoals koper en zink. Verder kan ijzer zorgen voor roest en aanslag in de leidingen. Voor ijzer in goed water geldt een max van 0,5 mg/L. Voor de optimum in pH en hardheid moet het water, respectievelijk, tussen 5 en 8 en tussen 4 en 15 zitten.

Hittestress en wateropname
Een melkkoe kan al vanaf 21°C last hebben van de warmte. Hittestress leidt al snel tot verminderde voeropname en pensverzuring, wat de kans op melkproductiedaling, uierontsteking en klauwproblemen vergroot. Bij hittestress is de vochtbehoefte veel hoger dan bij normale weersomstandigheden. Een belangrijk punt in de strijd tegen hitte is voldoende, schoon en smakelijk drinkwater. Meer informatie over hittestress, klik hier.

Graag ontvang ik meer informatie over waterkwaliteit