De biologische klok van gras
Grasplanten kennen een duidelijke natuurlijke groeicyclus. Naarmate de langste dag van het jaar nadert, op 21 juni, neemt de drang tot doorschieten toe. Dat proces heeft directe invloed op de voederwaarde: de celwandopbouw neemt toe, het ruw eiwitgehalte daalt en de verteerbaarheid loopt terug. Het gras levert dan dus al snel minder op voor je dieren.

Voor een optimale benutting van het groeiseizoen is het raadzaam om de eerste drie snedes vóór 21 juni te realiseren. Wie te laat start, loopt het risico slechts twee kwalitatieve snedes te oogsten, met een lagere voederwaarde en minder ruimte voor hergroei.

Het weer als onzekerheidsfactor
De actuele weersverwachting toont een wisselvallig en onzeker beeld. Voor de komende week wordt op veel plekken beperkte maaibaarheid voorzien. De verleiding is groot om nog even te wachten, in de hoop op meer massa. Maar uitstel van maaien is niet zonder risico: je weet vooraf niet zeker of je over een week of zelfs twee weken nog het land op kunt. En tegen die tijd is de kwaliteit van het gras alweer fors gedaald.

Drogestofopbrengst blijft tot over de tijd redelijk constant. Maar dat geldt niet voor de voederwaarde. Wie kiest voor drie kortere snedes in plaats van twee langere, wint niet alleen in eiwitopbrengst, maar ook in verteerbaarheid en daarmee in melkproductie per kilo droge stof. Dit is terug te zien in de infographic onderaan dit artikel. 

Mestopname van het gras
Een ander punt van aandacht: de stikstofopname door het gewas. In sommige percelen is kunstmest pas vlak voor de regen van vorige week toegediend. Is die stikstof nog niet volledig opgenomen, dan loop je het risico op een verhoogd nitraatgehalte in het gewas. Dit is ongewenst, zowel vanuit voederveiligheid als conserveringskwaliteit.

Controleer daarom goed:
•    De opnameperiode van de meststoffen (minimaal 21 dagen bij voldoende vocht)
•    De visuele gewasstand (donkergroen, egaal en voldoende lengte)
•    Zonder voldoende stikstofopname zal het eiwitgehalte in de kuil tegenvallen en is de stikstofbenutting suboptimaal.

De kernvraag blijft of je nu gaat maaien om kwaliteit te behouden of je toch blijft wachten op meer massa? Doordat het gras doorschiet en de voederwaarde snel afneemt, juist in een seizoen waarin het weer onvoorspelbaar is, helpt het om goed onderbouwd te kiezen. Wie nu de tijd neemt om te plannen, oogst later het resultaat. Onze adviseurs denken graag met je mee over het juiste maaimoment.
 

---

Sander Rühl

Vitalisator melkveehouderij