• Nieuws en actualiteiten

26-01-2022

De transitieperiode

Na een intensieve opfokperiode wordt de nieuwe generatie geiten klaargestoomd voor de eerste lactatie. Geiten die beter ontwikkeld zijn, zijn in staat om meer melk te produceren in de eerste lactatie. 

Jonge dieren dienen ten alle tijden gericht en naar behoefte gevoerd te worden, ook nadat zij het dekgewicht hebben bereikt en bij de bok zitten. Wanneer de dekperiode van start is gegaan adviseert Vitalvé om 9-10 weken nadat de bok bij de opfok is gegaan voor het eerst te scannen op dracht. Op deze manier kunnen drachtige dieren in groepen verdeeld worden op basis van drachtlengte en kan er specifiek naar behoefte gevoerd worden. Voor melkgeiten wordt een korte dekperiode van maximaal 4 weken geadviseerd. Vitalvé heeft een eigen transitieprotocol ontwikkeld op basis van gedegen onderzoek en praktijkervaring. Hiermee worden dieren beter voorbereid in deze transitieperiode met een transitieconcept wat aansluit bij de specifieke doelgroep. 

We streven, net als bij melkgeiten, ook bij drachtige geiten naar een zo hoog mogelijke voeropname. Dit doen we om ervoor te zorgen dat de pens zo goed mogelijk ingericht is om veel voer te verwerken wanneer het dier melk moet gaan geven. Een hogere voeropname resulteert in een significant hogere melkproductie. Rondom het aflammeren vindt er een onvermijdelijke dip in voeropname plaats. Uiteraard is het de uitdaging deze dip te minimaliseren. In de praktijk is het zo dat wanneer het lukt om de voeropname minimaal gelijk aan de curve te laten verlopen, er geen/zeer beperkt problemen verwacht mogen worden met leververvetting.

In het tweede deel van de dracht, heeft de geit voedingsstoffen nodig voor eigen onderhoud, groei van het lam én biestproductie. De lammeren gaan steeds meer ruimte in beslag nemen in de geit. Hierdoor komt de pens in de verdrukking waardoor de opnamecapaciteit omlaag gaat. Om het dier naar behoefte te voeren adviseert Vitalvé een specifiek transitierantsoen te voeren met transitiebrok. In deze transitiebrok wordt gewerkt met de juiste grondstoffen en additieven om de energievoorziening maximaal te ondersteunen. Transitiebrok zorgt voor een betere start van de lactatie en resulteert in gezondere dieren, een hogere voeropname en meer melk. Het advies is om drachtige geiten 4 weken voor de verwachte aflamdatum volgens transitierantsoen te voeren met transitiebrok. Vitalvé is gespecialiseerd in maatwerk. Voor ieder bedrijf kan een passend transitievoer ontwikkeld worden. 

Een onderdeel van het transitieconcept van Vitalvé is het bepalen van bloedwaardes van drachtige dieren. Om de energiehuishouding te monitoren is het raadzaam Betahydroxyboterzuur (BHBZ) te onderzoeken. Daarnaast is calcium een belangrijk mineraal gedurende de transitieperiode, waarvan we graag zien dat het onderzocht wordt. Vitalvé beschikt over een grote database aan verkregen informatie uit eerder uitgevoerd onderzoek. Op basis van deze informatie zijn eigen normen vastgesteld. Wanneer er bloedwaardes bepaald worden kan er op basis van deze normen waar nodig bijgestuurd worden voor een optimale transitie. 

Naast een transitierantsoen zijn er ook verschillende management zaken die bijdragen aan een goede transitieperiode. Rust is voor iedere geit van groot belang, maar zeker voor drachtige dieren. Zorg daarom dat de drachtige geiten uiterlijk 6 weken voor de verwachte aflamdatum in de juiste pot staan, bekapt en gevaccineerd zijn indien nodig en dat de pot zo gevuld is dat de dieren rondom aflam horizontaal staand kunnen vreten. Vitalvé adviseert geitenhouders om dagelijks een controle ronde uit te voeren tussen de drachtige dieren. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld signalen die duiden op slepende melkziekte tijdig opgespoord worden. Het monitoren van de voeropname is essentieel in deze periode zodat er tijdig bijgestuurd kan worden. De Vitalmonitor is een managementtool ontwikkeld door Vitalvé welke hiervoor ingezet kan worden. 

Meer weten over de transitieperiode of de VitalMonitor? Onze Vitalisators denken graag met je mee.