Longgezondheid bij kalveren

22-02-2023
Het belang van een goede longgezondheid bij kalveren is algemeen bekend. Longontsteking is echter nog steeds een van de belangrijkste doodsoorzaken bij kalveren op Nederlandse melkveebedrijven. Daarnaast zijn de economische gevolgen van longproblematiek erg groot. Even een opfrisser.

Oorzaken
Zo’n 40% van alle kalveren op een modern melkveebedrijf heeft sporen van longontsteking (pneumonie)  op de longen. In veel gevallen betrof dit pneumonie zonder ziekteverschijnselen.
Tot de leeftijd van één jaar zijn de longen van een rund in ontwikkeling. Dit geeft ziekteverwekkers de gelegenheid om toe te slaan in het jonge dier. Bovine Respiratory Disease (BRD) is de samenvattende term voor longproblemen bij runderen. Meestal wordt BRD veroorzaakt door bacteriën. Echter, de weg voor de bacterie is vaak vrijgemaakt door virussen.
Belangrijke bacteriën in het kader van BRD zijn Pasteurella multocida en Mannheimia haemolytica. Daarnaast spelen de virussen RS (BRSV ofwel pinkengriep), PI3 (parainfluenza virus type 3), IBR, BVD  en het coronavirus een grote rol rondom longproblematiek bij kalveren. Tot slot zijn in sommige gevallen longwormen de oorzaak van BRD.

Economische gevolgen
Recent is in de Verenigde Staten een onderzoek geweest naar vaarzen die hun eerste melklijst hadden afgesloten. Daarbij is gekeken naar het verloop van de opfok. Van de 4000 vaarzen hadden er 261 BRD gehad. Deze vaarzen gaven 233 kilo melk minder dan vaarzen die in de opfok geen BRD hadden gehad.

Biest
Een goede start is uiteraard van groot belang voor een kalf. Een goede biestvoorziening betekent dat een kalf binnen 24 uur 15% van zijn lichaamsgewicht aan biest van minimaal 22% Brix binnen moet krijgen. Biest zorgt voor antistoffen op het gebied van algehele gezondheid, en zeker van darm- en longgezondheid. Geen goede biestvoorziening, ook wel Failure of Passive Transfer (FPT) genoemd, zorgt voor een 1,75 maal zo grote kans op longproblemen bij kalveren.
(Donovan et al., 1998)

Voeding
Goede melkpoeder geeft een kalf extra energie en voeding. Melkpoeder met een hoger vetpercentage zorgt voor extra body bij de kalveren. Bovendien hebben ze hierdoor meer energie over om naast het verwarmen van hun lichaam, ook ziekteverwekkers aan te kunnen pakken. Hoe meer zuiveleiwit een melkpoeder bevat, hoe beter het kalf dit om kan zetten in groei en onderhoud. Zorg daarom altijd voor een melkpoeder met een goede voedingswaarde, die op de juiste manier wordt toegepast.

Slokdarmsleufreflex
Bij een kalf dat niet geheel fit is door bijvoorbeeld longproblemen, werkt de slokdarmsleufreflex minder accuraat. Dit geeft kans op verteringsproblemen, waardoor het kalf ook nog eens last kan krijgen van diarree. Als veehouder is het dan van groot belang dat de drie triggers voor de slokdarmsleufreflex zo goed mogelijk gewaarborgd blijven. Een kalf kan het beste met gestrekte nek uit een speenemmer drinken. Dit zorgt voor de natuurlijke drinkhouding én voorvertering van de melk in de bek door het speeksel dat aangemaakt wordt door het zuigen aan de speen. Daarnaast is de concentratie heel erg belangrijk. Wees er altijd alert op dat de concentratie constant is én minimaal 150 gram ín een liter melk is. Tot slot is de drinktemperatuur van de melk van groot belang. De ideale drinktemperatuur voor melk is tussen 38 en 42°C, uitgezonderd bij onbeperkte melkvoedering.

Klimaat en huisvesting
Niets is zo veranderlijk als het weer. Vooral wanneer de verschillen tussen dag- en nachttemperaturen groot zijn én wanneer wind om de hoek komt kijken, zorgen longproblemen voor een grotere kans op schade bij het kalf. Probeer het klimaat in de kalverstal zo constant mogelijk te houden, zodat de kalveren zo min mogelijk merken van de schommelingen buiten de stal. Zo kan extra instrooien ook goed helpen om kalveren warm te houden.
Ook van tocht moeten de kalveren geen last ervaren. Dat is erg belangrijk! Controleer de huisvesting van de kalveren eens met een warmtebeeldcamera om de gaten en kieren op te sporen en vervolgens te dichten. Daarnaast is de windsnelheid gemakkelijk te meten en kan de kalverhuisvesting uitgerookt worden om een goed beeld te krijgen van de luchtverplaatsing binnen de huisvesting.
Bovendien is het belangrijk om koudestress te voorkomen. Wanneer kalveren te maken krijgen met temperaturen onder de 15 °C, hebben zij extra energie nodig om zich warm te houden. Een kalverdekje kan dan uitkomst bieden. Daarnaast is extra melk(poeder) een gemakkelijke manier om dieren meer energie aan te bieden.

Zorg er tot slot voor dat er goed wordt nagedacht over de ‘besmetbare eenheid’. Dieren die elkaar kunnen aanraken of die in dezelfde stal staan, kunnen via neuscontact of ingeademde lucht heel gemakkelijk met elkaar ziektekiemen uitwisselen en daar al dan niet longproblemen van krijgen. Zorg ervoor dat kalveren met een longontsteking indien mogelijk apart gehuisvest worden en andere dieren niet kunnen aanraken. Zo wordt overdracht van de ziektekiem voorkomen. Denk ook goed na over de risico’s wanneer de kleinste kalfjes gehuisvest worden bij het oudere (jong)vee. Alle uitdagingen waar oudere dieren mee in aanraking zijn gekomen, kunnen via de lucht heel gemakkelijk worden overgedragen op de jonge dieren.

Vaccineren
Wanneer een bepaalde ziekteverwekker herhaaldelijk wordt gevonden als oorzaak van longproblemen op uw bedrijf, kan vaccinatie uitkomst bieden. In overleg met de dierenarts kan bekeken worden of een bepaalde vaccinatie een gerichte aanpak kan zijn. Uiteraard geneest een vaccinatie niets, maar het kan als een verzekeringspremie voor uw kalveren worden gezien.

Hebt u verder nog vragen of opmerkingen over longproblemen bij kalveren op uw bedrijf? Neem dan contact op met Karin de Brouwer, opfokspecialist bij Vitalvé.

T: +31682985798
E: k.debrouwer@vitalve.nl